Een hulpbron is iets wat jou goed doet, waar je systeem van tot rust komt. Door er alleen al aan te denken word je blij en zacht van binnen. Bijvoorbeeld die dierbare vriendin, dat leuke koffietentje in de stad, het strand, je hond. Een hulpbron kan dus een persoon, een dier of een plek zijn waar je graag komt. Een hulpbron kan ook iets zijn wat je graag doet of waar je goed in bent, zoals bijvoorbeeld koken, piano spelen, bowlen, zwemmen of dansen om maar enkele voorbeelden te noemen. Maar ook vaardigheden als doorzetten, moedig zijn, creatief zijn, een sterk aanpassingsvermogen hebben, goed kunnen improviseren, gevoel voor humor hebben, zijn allemaal hulpbronnen.

Iedereen kent ze, hulpbronnen. Als kind al wisten we wat en wie er goed voor ons was en hier gebruik van te maken. Ga maar na wat je vroeger graag deed en wie jou als kind gesteund heeft. (Huis)dieren, tekenen, zingen, schommelen, in bomen klimmen of de moeder van dat vriendje kunnen heel belangrijk voor je zijn geweest. Een mooie herinnering aan je lieve oma en daarover vertellen, kan het prettige veilige gevoel van haar nabijheid weer oproepen. Je voelt een glimlach op je gezicht en ervaart bijvoorbeeld meer ruimte in je borst en dan komt daar misschien ook een gevoel van gemis bij vrij. Het gemis aan die liefdevolle aandacht van je oma. Een zoet gemis, want zij was goed voor jou.

Hulpbronnen zorgen ervoor dat je je veiliger gaat voelen in de omgeving waar je je nu bevindt. Het opent je systeem, je bent helder van geest, je lichaam kan zich op dat moment een beetje ontspannen. Zolang het lichaam niet in staat is te pendelen tussen spanning en ontspanning is het lastig nieuwe ervaringen op te doen. Tot die tijd zal het lichaam en de geest dezelfde bekende patronen blijven volgen.  

Door je hulpbronnen te kennen en te gebruiken ontwikkel je veerkracht. Ze zijn er niet om nare gevoelens te vermijden. Integendeel. Ze zijn er om je flexibeler te maken, waardoor nare gevoelens als angst, verdriet e.d. beter getolereerd kunnen worden. De grens tussen bronnen en vluchten is echter dun. Zo is voor de een zijn werk een enorme hulpbron omdat hij er helemaal in opgaat en het hem vervult. Hij komt erdoor meer tevoorschijn en tot zijn recht. Voor de ander is het werk een vlucht. Ook hij gaat er geheel in op maar verliest zichzelf erin en verdwijnt. Zo kan sporten ook een hulpbron zijn en een vlucht wanneer er zodanig veel gesport wordt dat er weinig contact meer met het lichaam is. Het is dan lastig pijn en andere sensaties in het lichaam waar te nemen. Een opmerkelijk maar veel voorkomend fenomeen. Niet alleen bij atleten.